achtergrond patroon

De Ladder van Lansink: een les in omgaan met weerstand

Een duurzamere, circulaire economie is fundamenteel anders ingericht dan de huidige, voornamelijk lineaire economie. De R-ladder is een veelgebruikt model om stapsgewijs aan te geven hoe we van de laagste trede (recover) toe kunnen werken naar een circulaire economie (refuse). Deze ladder wordt door zowel bedrijven als overheden al jaren gebruikt om chocolade te maken van in eerste instantie afvalreductie en vervolgens circulaire vooruitgang. Uiteindelijk is de ladder doorvertaald naar de Europese kaderrichtlijn afvalstoffen. De nu gangbare R-ladder vond zijn oorsprong in 1979, bij de Ladder van Lansink. Bij Cirmar zien we die Ladder als grondlegger van het moderne concept van de circulaire economie. Daarom spraken we met de bedenker – Ad Lansink – over het bedenken van de Ladder, de weerstand waar hij mee te maken kreeg én wat de toekomst gaat brengen.

In een volledig circulaire economie bestaat geen afval, maar dat is wel het vertrekpunt van de ladder van Lansink. Als voormalig politicus was hij onder andere actief als Tweede Kamerlid voor het CDA, maar hij werd al eerder geconfronteerd met het afvalprobleem, toen hij in de gemeenteraad van Nijmegen zat. ‘In de jaren 70 kwamen discountwinkels in opkomst. Daar lag elektronica opgestapeld tegen dumpprijzen: massaconsumptie.’ Maar dat was nog niet alles. ‘In het ziekenhuis zag ik dat doktersjassen een keer gebruikt werden en vervolgens naar de stort gingen. In de buurt van Nijmegen zag ik de afvalbergen letterlijk groeien. Toen dacht ik al: dit gaat de verkeerde kant op.’

De Ladder van Lansink: van bullet points naar wetgeving.

In 1977 werd Lansink voor het eerst verkozen tot kamerlid. Hij zag dat veel politici in de Tweede Kamer de ene na de andere vraag gingen stellen, om zichzelf zo goed mogelijk te profileren. Hij besloot het anders te doen. ‘Ik heb me geconcentreerd op twee belangrijke thema’s: stikstofbeleid en afval. Mijn ideeën over de manier waarop we met afval om moeten gaan zijn uiteindelijk uitgegroeid tot de Ladder van Lansink.’


Het concept van de ladder begon bij een lijstje met bullet points, waarin Lansink de verschillende stappen beschreef die je kunt zetten met afval. ‘Op dat moment had ik de Ladder totaal niet voor ogen. Het was simpelweg een manier om mijn gedachten gestructureerd op papier te zetten. De onderste bullet – of trede – is storten, daar moeten we vanaf. De hoogste trede – het ideaalscenario – is preventie, zo min mogelijk afval creëren. Ik werd vervolgens aangespoord om hier een motie van te maken. Het bleek aan te slaan, want de woordvoerders van alle partijen ondertekenden het lijstje direct.’ Toch duurde het nog vijftien jaar voordat de motie in 1993 werd opgenomen in de Wet Milieubeheer, een traag proces dat Lansink toeschrijft aan de realiteit van politiek: ‘Na het opnemen in de wet volgden rapporten en plannen waar de Ladder onderdeel van uitmaakte. Deze werden niet altijd enthousiast ontvangen, met name door bedrijven die baat hadden bij de status quo. Dat is de politieke realiteit: ingrijpende veranderingen stuiten nou eenmaal op weerstand.’

Fans en tegenstanders.

De jaren na het indienen van de motie kwam Lansink erachter dat zijn bullets waren getransformeerd tot een ladder met zijn naam. ‘Op congressen of in gesprek met bedrijven werd gevraagd of ik de term ‘Ladder van Lansink’ had bedacht. Dat is strikt genomen niet zo, maar ik ben blij dat het door de alliteratie is blijven hangen.’ Uit die gesprekken bleek dan ook dat slechts een deel van de markt zin had in verandering. ‘Ik werd door bedrijven uit verschillende landen uitgenodigd om mijn ideeën toe te lichten. Daar kreeg ik voornamelijk positieve reacties. Toch waren er ook bedrijven die aangaven dat ik ze vooral met problemen had opgezadeld. Het vroeg om een omslag in verdienmodellen.’

Cirmar sprak met Ad Lansink om terug te blikken op de impact die hij heeft gehad op moderne concepten in de circulaire economie. Zijn werk is voor ons een inspiratiebron, die we gebruiken om verder te bouwen aan onze tech tools voor de circulaire economie.

Wat is nodig voor verandering?

De transitie naar een circulaire economie vraagt volgens Lansink om geduld. ‘De doelen die door de overheid zijn gesteld (50% circulair in 2030, volledig circulair in 2050), vind ik niet realistisch. Sommigen lijken te denken dat als je het maar vaak genoeg zegt, het vanzelf werkelijkheid wordt. Ik zie liever een realistische, stapsgewijze aanpak waarbij we doen wat we kunnen.’ Hij verwijst daarmee naar de ontwikkeling van de Ladder van Lansink, die ook tijd heeft gekost. ‘Vasthouden aan een jaartal of cijfers, omdat dat een leuke boodschap is, zet geen zoden aan de dijk. Het probleem is dat ondanks goede bedoelingen, bedrijven het vaak toch lastig vinden om samen op te trekken. Tegelijkertijd vind ik het knap dat Frans Timmermans het ‘Circular Economy Action Plan’ door het Europees Parlement heeft weten te loodsen.’

Als een jaartal als stip op de horizon het verschil niet gaat maken, wat dan wel? ‘De technologie is het probleem niet, de mogelijkheden die het bedrijfsleven en individuen hebben ook niet. We kunnen al ontzettend veel! Het gaat vooral om bewustwording. Daar ligt een rol grote rol voor het onderwijs. We moeten ervoor zorgen dat iedereen begrijpt dat verandering nodig is.’ Er is wat dat betreft reden genoeg om positief te zijn. ‘Om een realistisch toekomstbeeld te schetsen moeten we ook begrijpen dat tijd, plaats en functie binnen de circulaire economie een rol spelen. Met de jaren wordt de circulaire economie een steeds breder geaccepteerd concept. Afhankelijk van de plek op de wereld moet je vervolgens bepalen wat haalbaar is. Ontwikkelende landen gaan waarschijnlijk meer uitstoten, we moeten niet blind zijn voor het feit dat wij ook van die ontwikkeling hebben geprofiteerd.’

Bewustwording: al het mogelijke doen.

Het is in ieder geval duidelijk dat Lansink 44 jaar nadat hij de Ladder in bullet points optekende nog altijd toekomst ziet in de toegevoegde waarde van de circulaire economie. Hij constateert de nodige weerstand, die we alleen kunnen bedwingen met bewustwording. Technisch hebben we genoeg in huis om een circulaire toekomst te realiseren en iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Overheden door verder te bouwen op het fundament dat hij in 1979 legde, bedrijven en consumenten door ‘te doen wat we kunnen’.

Neem contact op en maak het verschil.

Wil je bijdragen aan de transitie naar een circulaire economie? Ga gratis aan de slag met onze tech tools! Wil je meer weten? Vindt informatie, use cases en nieuws op onze website, of neem contact op om alles te weten te komen over digitale productpaspoorten en de circulaire economie.



Latest news

All news items